Wet IKK

Wet IKK

3F-taaleis voor kinderopvang wordt soepeler: dit verandert er

Minister van Gennip van SZW heeft aangekondigd de taaleis IKK (Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang) aan te passen. Deze taaleis gaat in op 1 januari 2025, maar wordt versoepeld voor sommige medewerkers. Lees hier om welke versoepelingen het gaat!
Zorgenkinderen

Veel zorgkinderen in opvang: ‘Maak beleid, het begint te knellen’

Gedragsproblemen, zindelijkheid, een moeilijke thuissituatie, niet samen kunnen spelen... in de periode 2021-2022 waren er bij 20 procent van kinderen op de kinderopvang en ruim 60 procent op de peuteropvang niet-pluisgevoelens: het idee dat er extra ondersteuning of zorg nodig is. IJsbrand Jepma van Sardes spreekt met KinderopvangTotaal over de gevolgen voor de professionals op de werkvloer. 'Opvangorganisaties lopen tegen de grenzen van hun mogelijkheden aan. Het onderwijs krijgt ruim 3 miljard euro voor extra ondersteuning; de kinderopvang niets. We laten pedagogisch professionals te veel zwemmen.'
administratie

Let op: verduidelijking ureninzet pedagogisch beleidsmedewerker en coach

Als eigenaar of directeur van een kinderopvang ben je sinds 2019 verplicht een pedagogisch beleidsmedewerker en/of coach in te zetten. Afhankelijk van het aantal kinderen en medewerkers op jouw locatie(s), staat hier een aantal uren per jaar voor. GGD GHOR laat nu weten dat de inzet van de pedagogisch beleidsmedewerker het wérkelijk aantal uren betreft dat door een houder moet worden gerealiseerd om te voldoen aan de wettelijk eis. We leggen het uit.
Wet IKK
de-3f-taaleis-waar-moet-je-aan-voldoen-en-hoe-toon-je-dat-aan

De 3F-taaleis: waar moet je aan voldoen en hoe toon je dat aan?

Werk je als pedagogisch medewerker in de kinderopvang? Dan moet je per 1 januari 2025 beschikken over taalniveau 3F voor Mondelinge taalvaardigheid, dat bestaat uit de onderdelen Spreken, Luisteren en Gesprekken voeren. Wanneer voldoe je aan de 3F-taaleis en hoe toon je dit aan? Daarover zijn nu concrete afspraken gemaakt door branchepartijen.
friesland-college-en-spiekr-komen-met-3f-taaltoetsen-op-maat

Friesland College en Spiekr komen met 3F-taaltoetsen op maat

Pedagogisch professionals moeten per 1 januari 2025 kunnen aantonen minstens taalniveau 3F voor de mondelinge Nederlandse taalvaardigheid te beheersen. Om hen daarbij te helpen, slaan Friesland College en kenniscentrum kindontwikkeling Spiekr de handen ineen en bieden een examen op maat. ‘We gaan voor een hoog slagingspercentage.’
Wet IKK
al-jaren-in-de-stress-over-de-taaleis-een-strop-om-de-nek

Al jaren in de stress over de taaleis: ‘Een strop om de nek’

De 3F-taaleis vormt voor sommige studenten een flink struikelblok in de opleiding tot pedagogisch medewerker. Maar hoe zit het met de huidige kinderopvangmedewerkers die nog niet aan deze taaleis voldoen? ‘Voor een groep zeer ervaren pedagogisch professionals voelt de taaleis als een strop om de nek’, zegt Anja Hol, adviseur en oud-bestuurder kinderopvang.
Wet IKK

Evaluatie Wet IKK uitgesteld naar einde 2022

De evaluatie van de Wet IKK is uitgesteld tot eind 2022. Binnen vier jaar na de inwerktreding zou de wet geëvalueerd worden, maar dit heeft vertraging opgelopen doordat de LKK-metingen van 2020 vanwege COVID-19 zijn vervallen.
Wet IKK

Veranderingen door Wet IKK nu in één overzicht

Hoe zit het nu precies met de aankomende maatregelen uit de Wet IKK? Wat moet mijn leidinggevende regelen en waar kan ik zelf achteraan? Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft alle veranderingen per 2019 en vanaf 2025 overzichtelijk gebundeld.
Wet IKK

IKK: ‘Liever een wet die kinderen niet plet’

De Stichting Samenwijs Opvang en Onderwijs en de gemeente Hilvarenbeek zijn een campagne gestart om een einde te maken aan de ‘verpletting’ van kinderen door de maatregelen uit de Wet IKK. De partijen willen dat de wet wordt aangepast, schrijven zij in een brief aan de ministeries van OCW en SZW.
Wet IKK

Houders grotendeels tevreden over implementatie IKK-doelen 2018

De implementatie van de IKK-doelen van 2018 is grotendeels goed verlopen. Ruim acht op de tien houders vindt dat het traject goed verlopen is. Pedagogisch medewerkers en oudercommissies vinden dat zij goed betrokken geweest zijn bij de veranderingen.

Over wet ikk

Wet IKK: Wat verandert er per 1 januari 2018?

Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang (IKK) is het omvangrijke plan dat de kwaliteit van de kinderopvangbranche de komende jaren vooruit moet stuwen. Maatregelen zoals meer pm’ers en vaste gezichten voor babygroepen en juist meer vrijheid en maatwerk voor bso’s en de inzet van pedagogische coaches (hbo) op alle locaties worden in de Wet IKK verankerd.

Lees meer

De Wet Innovatie en Kwaliteit Kinderopvang treedt per 1 januari 2018 in werking. Hoewel het Kwaliteitsakkoord is opgesteld in samenspraak met het werkveld, kwam er toch veel kritiek, met name op de eisen rond de bkr en de verplichte pedagogisch coach. Deze kritiek had vooral te maken met de kosten van de maatregelen en de angst dat deze kosten onvoldoende worden gecompenseerd door de overheid. Vanwege alle ophef heeft demissionair minister Lodewijk Asscher voor sommige maatregelen uitstel verleend. Wat gaat er wél veranderen per 1 januari 2018? Brancheorganisatie Kinderopvang maakte een document met daarin een overzicht van alle maatregelen die per 1 januari 2018 ingaan. Een beknopt overzicht:

Pijler: De ontwikkeling van het kind staat centraal

  • Het concretiseren van de pedagogische doelen in het pedagogisch beleid en zichtbaar maken in de praktijk.
  • Aan ieder kind wordt een mentor toegewezen. De mentor werkt op de groep waar het kind is geplaatst. Zij volgt de ontwikkeling van het kind, is het eerste aanspreekpunt voor ouders (en in de bso ook voor het kind).
  • Pedagogisch medewerkers hebben ieder kind ‘in beeld’ en volgen het in zijn ontwikkeling. Zo kunnen ze aansluiten bij de ontwikkeling van het kind en het stimuleren de volgende stap te zetten. Een kindvolgsysteem is niet verplicht, wel een planmatig volgen en registreren.

Pijler: Veiligheid en gezondheid

  • In het beleid worden grote risico’s onderkend en worden maatregelen getroffen. Ook wordt beschreven hoe kinderen geleerd wordt om te gaan met kleine risico’s. Het beleid en het daarbij behorende plan van aanpak wordt ontwikkeld samen met de pedagogisch medewerkers.
  • Op iedere kinderopvanglocatie moet tijdens openingsuren altijd minimaal één volwassene aanwezig zijn die beschikt over een gecertificeerd ‘kinder-EHBO’ diploma.

Pijler: Stabiliteit en meer ruimte voor pedagogisch maatwerk

  • Aan een kind worden twee vaste pedagogisch medewerkers toegewezen. Op de dagen dat het kind komt, is altijd minimaal één van deze twee pedagogisch medewerkers werkzaam. Voor kinderen met flexibele dagen geldt het ‘vaste gezichten-eis’ niet.
  • Bij aaneengesloten openstelling van tien uur of meer per dag kan maximaal drie uur per dag worden afgeweken van de vereiste BKR. Daarbij wordt minimaal de helft van de vereiste BKR ingezet. In het pedagogisch beleidsplan wordt opgenomen op welke tijden wel en op welke tijden niet wordt afgeweken van de BKR.
  • Er wordt een verruiming beoogd van de kwalificaties waarmee je in de bso kunt werken als pedagogisch medewerker. Dat betekent dat de lijst in de Cao (mogelijk) wordt uitgebreid.

Pijler: Kinderopvang is een vak

  • Pedagogisch medewerkers moeten beschikken over niveau 3F voor spreekvaardigheid. Voor de invoering wordt een ruime ingroeiperiode gehanteerd.
  • Scholing voor pedagogisch medewerkers die werken met 0-jarigen.
  • Ook aan het taalniveau van niet-Nederlands sprekende pedagogisch medewerkers in de meertalige opvang (Engels, Frans, Duits) worden eisen gesteld. Dit wordt uitgewerkt in de Ministeriële regeling.
  • Vrijwilligers mogen niet langer formatief worden ingezet. Ze tellen dus niet mee in de berekening voor de BKR.
  • In het opleidingsplan moet worden beschreven hoe wordt ingezet op de ontwikkeling en kennisverbreding van pedagogisch medewerkers, en hoe dit wordt geconcretiseerd in de praktijk.
  • Bij formatieve inzet van beroepskrachten in opleiding (BBL’ers / BOL-stagiaires) wordt rekening gehouden met de opleidingsfase. De Ministeriële regeling zal (waarschijnlijk) naar de cao verwijzen om dit verder uit te werken, maar wel als restrictie stellen dat maximaal 33% van de formatief benodigde inzet uit beroepskrachten in opleiding mag bestaan.
  • Om de ontwikkeling van pedagogisch medewerkers te stimuleren, wordt gestreefd naar een landelijk systeem van permanente educatie. Deze maatregel uit het akkoord IKK is niet opgenomen in de AMvB of in de Ministeriële regeling. Het is belegd bij Cao-partijen.

Overige maatregelen

Een aantal maatregelen uit de Wet IKK zijn uitgesteld naar 1 januari 2019.Dat gaat om:

  1. Wijzigingen in de BKR: 0-jarigen 1 : 3, 7-13 jarigen 1 : 12, 4-13 jarigen 1 : 11
  2. Pilots Innovatieve opvang
  3. Inzet pedagogisch beleidsmedewerker voor beleidsontwikkeling en coaching pedagogisch medewerkers (kwalificatie-eisen worden in de Cao geregeld).